Zo ook 9 maart de verjaardag van ons vader. We hebben aan ons vader gedacht en een stukje taart gegeten ter gedachtenis aan hem. We hebben dit samen met Guido en Steffie gedaan die bij ons bezoek waren vanwege de wekelijkse friet sessie.
Na het eten een lekker kopje koffie en een stukje mokkataart. Gerard en Guido en Steffie hebben naar PSV zitten kijken en het was weer niets.
Ik heb intussen een kussen losgemaakt want Guido en Steffie willen graag een schommelstoel die bij Steffie thuis staat opknappen met oranje kussens. De stoel moet wit geverfd worden.
Ik heb nu een patroon en als de stoel geverfd is zal ik de kussen maken. De zwangerschap van Steffie is al op de helft en we hebben de afgelopen week de echo gezien. Het is al een echt kind en Guido stuurde de foto`s door met de tekst "hij heeft in ieder geval vijf tenen" Of het een jongen of een meisje is dat weten we niet en dat willen ze zelf ook niet weten.Des te groter is de verrassing straks.
Gelukkig zij we op een mooie dag afgelopen week naar België geweest er is daar net als in Veenhuizen ook een landlopers kolonie. Deze kolonie is in Merksplas. Het is een uitgestrekte omgeving waar je heel veel vergezichten hebt. De gebouwen zijn oud en versleten maar ze worden opgeknapt het is nu cultureel erfgoed.
Landlopers kolonie.
Op het einde van de Middeleeuwen richtte de overheid tuchthuizen op. Daarmee wilden ze de armoede en de (kleine) criminaliteit tegengaan door het aanleren van een arbeidsritme. De verplichte tewerkstelling in de tuchthuizen was industrieel (wol- en katoenbewerking, raspen en spinnen, enz.). Dit bleef niet duren omwille van de concurrentievervalsing. Dit laatste werd niet zo aangevoeld in de landbouw. Daarom startte ex-generaal Johannes Van den Bosch in Nederland met landbouwkolonies. In totaal werden er daar een tiental opgericht. Dat was een geslaagd project.
Dus werd in 1822 de “Maatschappij van Weldadigheid van de Zuidelijke Nederlanden” opgericht. In Wortel kwam er een 'Vrije Kolonie' met 129 boerderijtjes. In Merksplas stichtte Van den Bosch een 'Onvrije Kolonie' met een groot bedelaarshuis. Dit Hollands project mislukte evenwel om diverse redenen, niet omwille van het concept, maar vooral omwille van de ontbrekende draagkracht. Vanaf de Belgische Onafhankelijkheid in 1830 liepen de gebouwen leeg en verdwenen alle hoeventjes in Wortel.
In het jonge België duurde het meer dan dertig jaar voor er nieuwe maatregelen werden genomen voor de landlopers. In 1866 werd de nieuwe 'Wet op de Landloperij' van kracht: als je op de openbare weg komt, moet je uw identiteitspapieren bij hebben, alsook voldoende geld om minstens één brood te kopen, want anders kan men je oppakken als landloper.
De Hollandse kolonies in de Noorderkempen werden opgekalefaterd. Zo ontstonden de Rijksweldadigheidskolonieën van Hoogstraten – Merksplas – Wortel. Vanaf 1870 tot aan de Eerste Wereldoorlog werd er in Merksplas voortdurend hersteld en bijgebouwd. Er groeide een volledig justitiedorp rond de gevangenis. Net voor de Eerste Wereldoorlog verbleven in de Kolonie van Merksplas meer dan 5000 vagebondjes.
Als gevolg van overheidsmaatregelen verbeterde de welstand in het land. Daardoor kwam er meer werk en was er minder armoede. Dus waren er ook minder landlopers. De vrijgekomen ruimte in de gevangenis werd dan ingenomen door gestraften van gemeen recht. Toen in 1993 de Wet op de Landloperij werd afgeschaft (omdat arm zijn, geen misdaad is), mochten de resterende landlopers vertrekken. De gevangenis van Merksplas was vanaf dan een strafinrichting.
In de slaapzalen van de landlopers kwam er een centrum voor uitgeprocedeerde illegalen.
De cipierswoningen werden opgekocht door een sociale bouwmaatschappij en via een erfpachtregeling op de markt gebracht. De Grote Hoeve en de voormalige gevangeniskapel zijn nu eigendom van de gemeente Merksplas. Zij zal er een socio-culturele en toeristische invulling aan geven.
Strafinrichting
De strafinrichting van Merksplas is één van de grootste gevangenissen in België. Er verblijven ca 700 gedetineerden.
De grootste groep (ca 450 gevangenen) bestaat uit veroordeelden met een straftijd van 3 tot 7 jaar. Deze groep is vrij jong (ca 25 tot 30 jaar) en het delict is vaak gerelateerd aan drugs. In deze groep zitten heel veel vreemdelingen.
De tweede groep (ca 250 gedetineerden) is ouder en bestaat meestal uit Belgen. Zij werden door de rechter ontoerekeningsvatbaar verklaard omdat zij “niet goed bij zinnen” waren op het ogenblik van het misdrijf. Zij worden van hun vrijheid beroofd, niet als straf, maar om de maatschappij te beschermen tegen een eventuele herhaling van het misdrijf. Eigenlijk zouden zij moeten worden behandeld als een psychiatrisch patiënt, maar daarvoor is er thans onvoldoende ondersteuning. Zij worden vrij gelaten als ze genezen zijn. Sinds juni 2009 werd in de gevangenis van Merksplas een nieuwe moderne afdeling geopend met een aangepast regime voor een groep van zestig personen.
Begraafplaats
Ongeveer 500 m voorbij de strafinrichting, vlakbij de ringgracht, ligt de begraafplaats van de gedetineerden. Aan de inkom staat een ijzeren poort met bovenaan een granaatappel. Dit is het symbool voor de 'onderwereld'. Op het perceel zijn er binnendreefjes van levensbomen en op één kruispunt vind je de Calvarieberg met gekruisigde Christus. Op het oudste deel van deze dodenakker staan nog de witte kruisjes van de landlopers. De enige vorm van identificatie is een loden plaatje op het kruisje met daarop een volgnummer. De vagebondjes waren de marginalen van de maatschappij. Ze leefden als een nummer en werden ook begraven als een nummer. Aan de overzijde van de baan bevindt zich het pestkerkhof.
We hebben hier over gelezen want als je het niet weet dan kun je het niet vinden.
Een stukje geschiedenis begonnen in de tijd dat deze omgeving nog bij Nederland hoorde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten